Milieuactivisten vragen om een ​​stop van miljoenen miljoenen voor LNG Terminal

Die Deutsche Umwelthilfe (DUH) hat bei der EU-Kommission Beschwerde gegen die Beihilfegenehmigung für das LNG-Terminal in Brunsbüttel eingereicht. Kritisiert wird, dass keine nachweisbaren Umrüstungspläne auf erneuerbare Energien bestehen, wodurch die staatliche Unterstützung von 40 Millionen Euro gegen EU-Recht verstoßen könnte. Erfahren Sie mehr über die Hintergründe und die Forderungen der DUH zum Klimaschutz.
De Duitse milieuhulp (DUH) diende een klacht in bij de EU -commissie voor de hulpvergunning voor de LNG -terminal in Brunsbüttel. Het wordt bekritiseerd dat geen detecteerbare conversieplannen aandringen op hernieuwbare energiebronnen, die de staatssteun van 40 miljoen euro tegen de EU -wetgeving kunnen schenden. Meer informatie over de achtergrond en de eisen van DUH over klimaatbescherming. (Symbolbild/MB)

Milieuactivisten vragen om een ​​stop van miljoenen miljoenen voor LNG Terminal

Milieubescherming in focus: weerstand tegen overheidssubsidies voor fossiele energieën in Brunsbüttel

De voortdurende discussies over de goedkeuring van overheidsfondsen voor fossiele energieprojecten roepen belangrijke vragen op, vooral met betrekking tot ecologische doelen. In deze context heeft Duitse milieuhulp (DUH) een klacht ingediend bij de EU -commissie die de staatssteun van 40 miljoen euro voor de LNG -terminal in Brunsbüttel in twijfel trekt. De achtergrond van het financiële beleidsmaatregelen en hun gevolgen voor de klimaatdoelen zijn van cruciaal belang.

De bewering dat overheidssubsidies duurzame, milieuvriendelijke projecten moeten ondersteunen, is voor de test. Een onafhankelijke juridische opinie in opdracht van de DUH komt tot de conclusie dat de financiële steun voor de terminal in Brunsbüttel niet voldoet aan de vereisten van de EU -wetgeving die alleen subsidies toestaan ​​als zij bijdragen aan de energietransitie.

Het plan voorziet momenteel in het bouwen van de terminal als een langetermijnoplossing voor aardgastoevoer, zonder dat concrete strategieën overstappen op hernieuwbare energiebronnen. Dit roept bezorgdheid uit omdat de contracten die zijn beveiligd met de werking van de terminal een gedefinieerde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen tegen het einde van 2043 impliceren. Dit creëert een economische basis op basis van een fossiel bedrijfsmodel, dat de acceptatie- en milieubeschermingsinspanningen van het publiek in gevaar kan brengen.

Sascha Müller-Kraenner, de federale manager van de Duh, geeft duidelijk uit van de zorgen van de milieuactivisten: "Financiële steun ligt op wankele grond. We roepen de EU-commissie op om de hulp in te trekken en in plaats daarvan te investeren in ernstige maatregelen voor klimaatbescherming." Deze visie weerspiegelt hoe kritisch het huidige energiebeleid wordt besproken en welke diepe effecten het op het milieu zou kunnen hebben.

Een ander aspect dat opwinding veroorzaakt, is de deelname van de Kreditanstalt Für -reconstructie (KFW) in het project met 50 procent. Dit feit is zorgwekkend omdat het laat zien hoe publieke fondsen ook stromen in projecten die in strijd zijn met de klimaatdoelen. Volgens de DUH zou staatssteun van de KFW Banking Group zelfs tot 500 miljoen euro kunnen bereiken. Het verhogen van de bouwkosten kan dit bedrag nog verder verhogen en de financiële effecten op de staat nog steeds aan te scherpen.

Het bezwaar van de DUH tegen de goedkeuring van de LNG -terminal wordt ook gezien als onderdeel van de weerstand tegen de verdere afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Aangezien het project niet gericht is op een tijdelijke oplossing, maar op een langdurige verplichting, wordt de urgentie voor een overgangsstrategie naar duurzame energiebronnen nog duidelijker.

Gezien deze ontwikkelingen wordt duidelijk dat de discussie over fossiele brandstoffen en hun steun van de staat een gepassioneerd debat is over de toekomstige energiemix en de rol van organisaties voor milieubescherming in onze samenleving. Het lot van de LNG -terminal in Brunsbüttel zou de richting kunnen specificeren waarin het Duitse energiebeleid zal zich ontwikkelen en welke prioriteiten worden vastgesteld bij het bestrijden van klimaatverandering.

Het belang van transparantie en verantwoorde afhandeling van openbare fondsen wordt onderstreept door deze evenementen. Het valt nog te bezien hoe de EU -commissie op de zorgen reageert en of het bereid is om een ​​verandering van het energiebeleid van het energiebeleid te ondersteunen.