Culturele crisis in Berlijn: honoraria van artiesten in gevaar door bezuinigingen!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

De annulering van het Fabikfonds uit 2026 brengt de honoraria van kunstenaars in de gemeentelijke galerijen van Berlijn en hun culturele steun in gevaar.

Die Streichung des Fabik-Fonds ab 2026 gefährdet Künstlerhonorare in Berlins kommunalen Galerien und deren kulturelle Förderung.
De annulering van het Fabikfonds uit 2026 brengt de honoraria van kunstenaars in de gemeentelijke galerijen van Berlijn en hun culturele steun in gevaar.

Culturele crisis in Berlijn: honoraria van artiesten in gevaar door bezuinigingen!

De gemeentelijke galerieën van Berlijn worden geconfronteerd met een diepgaande omwenteling nu het fonds voor tentoonstellingsgelden voor beeldende kunstenaars (Fabik) vanaf 2026 wordt afgeschaft. Dit fonds, dat sinds 2016 jaarlijks met 650.000 euro wordt gefinancierd, heeft galerieën in staat gesteld kunstenaarsgelden te betalen voor hun werk. De komende bezuinigingen leiden tot onzekerheid voor kunstenaars en tentoonstellingslocaties die afhankelijk zijn van deze financiële steun, zo meldt [rbb24].

De 37 gemeentelijke galerieën in Berlijn, waarvan de meeste gratis zijn en gericht zijn op alle leeftijdsgroepen, hebben zichzelf gevestigd als belangrijke instellingen voor culturele educatie en participatie. Ze bieden niet alleen tentoonstellingen in verschillende kunstdisciplines, maar ook onderwijsmogelijkheden en atelierruimtes. Birgit Cauer van de Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars Berlijn (BBK) legt uit dat het verlies van dit honorariumfonds een ernstige vermindering van het verdienpotentieel van veel kunstenaars betekent.

Impact van de bezuiniging op het Fabikfonds

Met de opheffing van het Fabik Fonds zal het voor veel kunstenaars moeilijk worden om te voldoen aan de eisen van het Kunstenaars Sociaal Fonds (KSK), dat een minimaal jaarlijks arbeidsinkomen vereist. Kunstenaars ontvangen momenteel 2.500 euro uit het fonds voor solotentoonstellingen en 400 tot 800 euro voor groepstentoonstellingen, die doorgaans alleen de materiaal- en productiekosten dekken.

Stéphane Bauer, directeur van kunstruimte Bethanien, uit zijn bezorgdheid dat de bezuinigingen zullen leiden tot een vermindering van het aantal tentoonstellingen en kunstenaars. Ondanks een verhoging van het budget voor districtsgalerijen met 300.000 euro door het Senaatsdepartement voor Cultuur en Sociale Cohesie, blijft het onzeker hoe deze fondsen in de toekomst zullen worden gebruikt, aangezien er geen direct verband bestaat met vergoedingen.

Kritiek op het cultuurbeleid van Berlijn

Het besluit om het fonds op te heffen wordt door velen gezien als een verlies voor de kunstscene in Berlijn. Birgit Cauer bekritiseert de bezuinigingen op de culturele financiering van Berlijn en de daaruit voortvloeiende precaire leefsituatie voor kunstenaars. Het valt nog te bezien in hoeverre Stéphane Bauer een compensatie zal blijven betalen om kwaliteitsverlies in de tentoonstellingen te voorkomen.

Het fonds voor tentoonstellingsgelden werd in 2016 geïntroduceerd en stelde kunstenaars die exposeren in de gemeentelijke galerijen van Berlijn in staat een eerlijke vergoeding te ontvangen voor hun creatieve werk. Tot 2018 waren deze vergoedingen exclusief gereserveerd voor kunstenaars die in Berlijn woonden, maar sindsdien hebben alle kunstenaars ervan geprofiteerd, ongeacht hun woonplaats, wat het bereik en het belang van het fonds onderstreept. De BBK Berlin was intensief betrokken bij de ontwikkeling van dit model, dat gebaseerd is op individuele tariefcontracten.

In het verleden heeft het cultuurbestuur van de Senaat ook het culturele landschap van Berlijn ondersteund met ongeveer 600 miljoen euro per jaar. Ongeveer 95% van het budget gaat naar ruim 70 permanent institutioneel ondersteunde culturele instellingen. Niettemin blijft projectfinanciering, die slechts ongeveer 5% van het budget uitmaakt, van cruciaal belang voor de ondersteuning van individuele en projectinitiatieven in de onafhankelijke scene, zoals gedetailleerder uitgelegd op berlin.de.

Quellen: